Koortsblazen, koortslip en aften in de mond

De reguliere zienswijze
Volgens de reguliere zienswijze worden koortsblazen veroorzaakt door het herpes simplex of Herpes labialis virus. Het virus zit in het vocht van de koortslip en is enorm besmettelijk. Via de handen, kussen, huidcontact en knuffelen kun je het virus krijgen. Door de vele zoentjes die we als kind krijgen, worden we meestal van jongs af aan al besmet. Na besmetting blijft het virus levenslang in latente staat in het lichaam aanwezig, in de knooppunten van de zenuwcellen van de huid of de lip. Verminderde weerstand door stress, ziekte en vermoeidheid, kan het virus opnieuw activeren en koortsblazen veroorzaken. De symptomen zijn een branderig, pijnlijk en tintelend gevoel dat enkele uren tot een dag voor het verschijnen van de blaasjes optreedt. Soms gaat het gepaard met lichte koorts, bloeden en jeuk. Waarom het virus bij sommige mensen nooit actief wordt en bij anderen frequent koortsblazen vormt is een medisch raadsel. Tot zover de zienswijze van de reguliere geneeskunde.
Ziekteverwekkende virussen?
Echter tot op de dag van vandaag is het bestaan van ziekteverwekkende virussen nog nooit wetenschappelijk bewezen. Er is een duidelijk verschil tussen de sequentiëring van een virus of de isolatie van een virus om aan te tonen dat het virus daadwerkelijk bestaat. Sequentiëring is altijd een eiwitdeeltje beschrijven van het zogezegde virus, niet van het gehele virus. Men vindt altijd grote aantallen eiwitverbindingen die erfelijk materiaal dragen in het lichaam, en die lijken op de computeranimaties van virussen die je elke dag in de media tegenkomt.
Er bestaat een wetenschappelijke isolatiemethode om micro-organismen te bewijzen. Er moet dus worden voldaan aan opeenvolgende stappen van de isolatiemethode om het bestaan van virussen aan te tonen: gepurifieerd, biochemisch gedetermineerd, diameter bepaald, soort proteïne, type, compositie enzovoort, genoteerd op 1 paper. Om de besmettelijkheid vast te stellen dienen de postulaten van Koch te worden vervuld. Deze zijn nog niet eens vervuld voor bacteriën, laat staan voor virussen die men niet eens kan aantonen. Hoe kan men dan met zekerheid zeggen dat virussen besmettelijk zijn?
In werkelijkheid dragen deze eiwitten erfelijk materiaal mee om de weefsels te ontgiften waardoor het weefsel beter kan herstellen. Deze eiwitten met erfelijk materiaal hebben een genoom tussen de 10 en 25 basenparen nucleotiden, terwijl het genoom van virussen gemiddeld tussen de 30.000 en 40.000 basenparen nucleotiden bevat. Uiterst vreemd dus dat ze deze eiwitten steeds vinden, maar de virussen vinden ze niet. De virustheorie kan ook niet verklaren waarom de aandoening op een bepaald deel van de huid of mondslijmvlies voorkomt. Bijvoorbeeld op de buiten- of binnenkant van de lip, de tong of op de wang, en op de opperhuid van het gezicht.
Wat zegt de Germaanse geneeskunde?
In de Germaanse geneeskunde is er bewijs dat in ectodermale weefsels geen bacteriën actief zijn. De opperhuid van het gezicht, de lippen en het oppervlakkige mond- en keelslijmvlies waar dus koortsblazen kunnen ontstaan, behoren tot het ectodermale kiemblad. Je hebt ook genitale blaasjes omdat de opperhuid en de slijmvliezen van de genitaliën eveneens tot het ectodermale kiemblad behoren. Het is dus mogelijk dat de grote hersenen samenwerken met deze eiwitten die erfelijk materiaal bevatten – die globulines of exosomen genoemd worden – om beschadigd ectodermaal weefsel weer op te bouwen. Gebaseerd op de vijf biologische natuurwetten betekent dat symptomen van koortsblazen reeds helingssymptomen zijn.

De biologische functie van de opperhuid van de lippen en het oppervlakkig mond- en keelslijmvlies
De opperhuid is verantwoordelijk voor de sensorische waarneming. De meeste cellen van de opperhuid zijn keratinocyten die hun oorsprong vinden in de diepste laag van de opperhuid, de kiemlaag. De sensorische waarneming m.b.t. de lippen, mond en tong gaat dus over voedsel voelen, contact via kussen en in figuratieve zin iets willen of niet willen/durven zeggen. De opperhuid van de lippen bestaat uit platenepitheel en behoort tot het ectodermale kiemblad, aangestuurd door de hersenschors. (Mond- en slijmvlies schema)
Het biologisch conflict dat ten grondslag ligt bij het ontstaan van koortsblazen
Het biologisch conflict dat verband houdt met de opperhuid van de lippen en het oppervlakkige mondslijmvlies van de mond en tong gaat over een gelokaliseerd scheidingsconflict dat ervaren wordt als verlies van fysiek contact. Dit scheidingsconflict kan ook te maken hebben met gescheiden willen zijn van fysiek contact. Dit heeft ook betrekking tot het eten en/of dieetvoorschriften, waar men bepaalde voedingsmiddelen tekortkomt. Men wil specifiek voedsel in de mond tasten dat je niet krijgt. Of voeding consumeren dat men niet in de mond wil tasten, ook als gevolg van dieetvoorschriften.
Lipcontact met een vies glas of walgelijke sigaretten, orale seks-gerelateerde stress, gekust willen worden of niet gekust willen worden zijn scheidingsconflicten met betrekking tot de lippen en het oppervlakkige mondslijmvlies. Spijt krijgen omdat je teveel hebt gegeten is voor het onbewuste het contact met de lippen van het vele eten ongedaan willen maken.
Koortsblazen ontwikkelen zich op het gebied van de huid of slijmvlies dat correleert met het scheidingsconflict. De handigheid of de linker- of rechterzijde, partnerzijde of kind/moederszijde in acht nemen. Als iemand anders echter walgt van jouw koortsblaasjes en je toch gedag zoent, kan die persoon hetzelfde scheidingsconflict krijgen en ook koortsblaasjes ontwikkelen. Dit heeft niets met besmettelijkheid van zogezegde ‘virussen’ te maken. Het is besmettelijkheid in overdrachtelijke zin dat het scheidingsconflict veroorzaakt waarop het lichaam reageert met koortsblaasjes als het conflict is opgelost. Er kunnen ook vicieuze cirkels ontstaan als je gelooft dat je besmet bent met virussen.
Figuratief kan iets niet gezegd willen hebben of iets niet durven of willen zeggen kan ook een scheidingsconflict veroorzaken. Het onderbewuste kan geen onderscheid maken tussen het voelen van voeding of andere fysieke dingen en op figuratieve wijze woorden uit te spreken, omdat de lippen en de mond een belangrijke functie hebben om woorden te vormen en deze uit te spreken.
Er zijn weinig lichaamsdelen die een zo frequent deel uitmaken van zoveel uitspraken, spreekwoorden, uitdrukkingen als de mond en de lippen. De mond vervult een onmiskenbare rol in het menselijke bestaan. De mond maakt deel uit door eten en drinken op te nemen dat vervolgens naar de maag wordt getransporteerd. Maar er is meer, de mond is het instrument waarmee men communiceert. Woorden zijn stolling van gedachten en gevoelens en in die zin vertegenwoordigt de mond de binnenkant van de mens. Daar kunnen zeer veel conflicten ontstaan, via taal ontdekken we min of meer onze identiteit.
Enkele zegswijzen in de Nederlandse taal: “Ik krijg het niet over mijn lippen”, “oei, ik heb mijn tong verbrand, of mijn mond voorbij gepraat”, “ik had wel mijn tong kunnen afbijten”, “het hart op de tong of lippen hebben”.
Voorbeelden uit het archief van Dr. Hamer
Een kind wil niet gekust worden door een tante, maar krijgt elke keer een dikke ‘smak’ van haar tante. Het kind wil gescheiden zijn van dit contact.
Een vrouw merkt ineens dat ze door haar ondoordachte uitspraken haar partner heeft gekwetst. Ze ervaart het conflict ‘iets niet gezegd willen hebben’. Telkens na zulke uitlatingen krijgt ze twee dagen later een koortsblaas = genezingsfase
Een man drinkt een drankje met een rietje. Daarna vertelt iemand hem dat een kat aan het rietje heeft gelikt. De man walgt = lippen – scheidingsconflict. In de genezingsfase ontstaan koortsblazen op de lippen van de man. Opmerking hierbij: het was een grapje, er had helemaal geen kat aan het rietje gelikt. Zo subjectief kunnen conflicten worden ervaren. Wat we geloven wordt waar.
Conflictactieve fase
Tijdens de conflictactieve fase ulcereert de opperhuid op de plaatsen die met de scheiding te maken hebben. Deze ulceraties zijn zo microscopisch klein dat ze meestal onopgemerkt blijven. Bij aanhoudende conflictactiviteit worden de lippen ruw en schilferig en er kunnen kloven ontstaan, fissuren, voornamelijk in de mondhoeken, Rhagaden genoemd.
De biologische zin is om de gevoeligheid van de huid te laten afnemen door het verlies van epidermale cellen.

De genezingsfase
Tijdens het eerste deel van de genezingsfase wordt het aangedane gebied aangevuld met nieuwe cellen. Dit gaat reeds gepaard met pijn en zwelling, soms tintelingen. Deze zwelling is zeer gevoelig voor aanraking, we noemen dit hyperesthesie. In deze fase ontstaan koortsblazen, kleine met vocht gevulde oedemen.
Tijdens de epicrisis ontstaat er hevige pijn of branderigheid, soms met een bloeding. In het laatste deel van de genezing verdwijnt de pijn en kunnen er korstjes ontstaan.
In normale omstandigheden verdwijnt een koortsblaasje spontaan na 7 tot 10 dagen. Het gebruik van koude of warme kompressen kan eventuele pijn verzachten.
Indien de koortsblaasjes terugkeren, het conflict en eventuele sporen achterhalen en deze oplossen. Je kunt de lippen invetten met propoliszalf. Kokosolie op de lippen of de huid van het gezicht heeft een afkoelend effect, waardoor de pijn ook verzacht, het voorkomt dat er harde korstjes ontstaan.
Opmerking: als het scheidingsconflict ontstaat terwijl je in de zon aanwezig bent, kan de zon een spoor vormen dat recidiverend is. Wordt terugkerende “zonneherpes” genoemd, vooral op de lippen. Allergie voor melk of een ander voedingsmiddel (noten of gluten) kunnen ook koortsblazen uitlokken, omdat het conflict onder de allergie door het onbewuste ook geassocieerd wordt met niet willen tasten in de mond.

Koortsblaasjes op de linkerwang onthult dat het scheidingsconflict geassocieerd werd met een partner, als je linkshandig bent. Bij een rechtshandige onthult het een scheidingsconflict dat geassocieerd is met je moeder of je kind.
Pijnlijke blaasjes en aften – zweertjes in de mond
Aften zijn pijnlijke, soms puntvormige zweertjes in het mondslijmvlies. Het biologisch conflict is gelijklopend zoals bovenstaand is beschreven. Het onthult dat het scheidingsconflict conflictactief is, waardoor er kleinere of grotere mondslijmvlieszweertjes ontstaan. Hoe langer het conflict duurt, hoe dieper en pijnlijker de zweertjes worden. De biologische zin is de mondholte vergroten.
Tijdens de genezingsfase is er herstel van het mondslijmvlies en ontstaat er ontsteking met zwelling en roodheid. Tijdens de epicrisis (genezingscrisis) is er sterke pijn en dit gaat dikwijls met een bloeding gepaard.
Als conflictactieve fasen en genezingsfasen elkaar snel afwisselen kunnen ontstekingen ontstaan in het dieperliggende mondslijmvlies dat tot het endodermale kiemblad behoort en aangestuurd wordt door de hersenstam. Er ontstaan dan dieperliggende endodermale aften die bijna geen pijn veroorzaken. De sterke pijn ontstaat als de endodermale aften genezen door ontsteking. Men spreekt dan van mondspruw. Mondspruw is dus ook een genezingsfase.
Voorbeeld:
Een man heeft sinds 40 jaar aften in de mond. Het begon toen hij als klein kind werd geslagen omdat hij tomaten at uit de tuin van de buurman. Sindsdien verdraagt hij geen tomaten meer omwille van het mondconflict dat toen is ontstaan door het fysieke geweld. Het onbewuste van de man had de tomaat als spoor opgeslagen voor het mondconflict. Door de samenhang van het conflict te begrijpen en het besef dat tomaten hem geen kwaad meer doen, kwam het tot een conflictoplossing. De aften in zijn mond verdwijnen.
Elke keer moet jij je woorden wikken en wegen vooraleer je ze uitspreekt, en dan toch confrontaties krijgen is een conflictsituatie dat bij zeer veel mensen voorkomt. Met de tong niet meer in contact willen komen en op passieve wijze woordeloos terugtrekken, als door de bliksem getroffen. De gedachte krijgen om niets meer te zeggen, want het komt toch nooit goed over. Er ontstaat een actieve celafbouw in het tongslijmvlies. Als men na een tijdje dit conflict oplost of vergeet, ontstaat er een afte aan de linker tongpunt. (partner zijde als men linkshandig is). Pijnlijke helingsfase met zwelling om het mondslijmvlies weer op te bouwen.
Dank aan Arjen Lievers en Björn Eybl, Zielsoorzaken van ziekte, Germaanse geneeskunde