Epilepsie

Epilepsie is een aandoening waarbij aanvallen voorkomen die de motoriek (of het bewegingsapparaat) van het lichaam ernstig verstoren. Het bewegingsapparaat behoort tot het nieuw mesodermale kiemblad. Het zenuwweefsel dat de bezenuwing of de innervatie van de dwarsgestreepte spieren voorziet, behoort tot het ectodermale kiemblad en is meestal gekoppeld aan het nieuw mesodermale kiemblad als elektrische voeding of zenuwimpuls van en naar de dwarsgestreepte spieren. Deze epilepsie-aanvallen ontstaan door een plotse, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Dit herhaaldelijk en spontaan optreden van krampaanvallen kan al dan niet gepaard gaan met bewustzijnsverlies. 

Een intense epileptoïde crisis kan zich manifesteren als een epileptische aanval met tonische-clonische convulsies en snelle spiersamentrekkingen. Je valt op de grond, je verkrampt en er gaan schokken doorheen je lichaam waarbij je buiten bewustzijn bent. Het gaat om een verkrampte, schokkende beweging waarbij je spieren in de armen, benen en gezicht betrokken kunnen zijn. De bewegingen worden langzamer en je komt stilletjes aan weer bij. 

Vele mensen voelen een aanval niet aankomen, maar sommige voelen vlak voor de aanval wel iets vreemds. Dat noemen ze een epilepsie-aura. Je bent nog bij bewustzijn, maar je krijgt een aura of kleine aanval vlak voor de grote aanval (soms is dit focaal en beperkt tot het gebied waar de oorzaak ligt). Bijvoorbeeld een opstijgend gevoel vanuit je maag, of je ruikt of proeft iets raars, een vreemde gewaarwording dus. Als je dit herkent is het raadzaam om een rustige en veilige plek op te zoeken. 

Wat gebeurt er tijdens een epileptoïde aanval?

Een gelokaliseerde of focale aanval waarbij spasmen of schokken van één enkele spier of spiergroep betrokken zijn, begint doordat de spieren zich aanspannen. Hierdoor verkramp je en dit duurt ongeveer een halve minuut. De aanval beperkt zich tot de conflict-gerelateerde spieren zoals arm(en) en/of de ben(en). Bij een grote aanval (grand mal) hebben de convulsies betrekking op de spieren van het hele lichaam. Je borstspieren kunnen samentrekken waardoor de lucht uit je longen wordt geperst. Dit veroorzaakt soms een schreeuw waarbij je ademhaling verstoord is en je blauw kan worden. Zo’n aanval gaat soms gepaard met het bijten op je tong of in je wang omdat de kaakspieren ook plotseling aanspannen en er ontstaan dan bloedingen uit je mond. 

Tijdens de clonische fase (dit is de schokkende fase), die ongeveer een halve tot twee minuten duurt, roept de ontlading in de hersenen een soort verdedigingsreactie op. Daardoor verslapt je lichaam even, waarna het zich direct weer aanspant en dit patroon herhaalt zich, waardoor je een schokkende beweging maakt. In deze schokkende fase komt je ademhaling hortend op gang. Met schuim op de mond en onwillekeurig plassen (door de invloed op de sluitspier van de blaas) tot gevolg. De aanval stopt na een paar minuten en het kan voorkomen dat je moet overgeven. Als je terug bij bewustzijn komt, ben je een beetje verward: je weet niet precies wat er gebeurd is en hebt soms symptomen zoals hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid. In ernstige gevallen kan er een tijdelijke verlamming optreden als gevolg van de uitputting van het hersenweefsel.  

Als je iemand tegenkomt die net een epileptoïde aanval heeft, is het belangrijk om geen water te geven en zeker niets tussen de tanden te steken. Blijf kalm en hou de tijd bij. Als de aanval langer duurt dan vijf minuten en de ene aanval op de andere volgt, bel dan om medische hulp of het noodnummer 112. Bescherm het hoofd en zorg dat de persoon zich niet kan bezeren. Hou de verkramping of schokken niet tegen en wees je ervan bewust dat deze persoon niet tot bewustzijn komt tussen de aanvallen door. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, beschadigen de epileptische aanvallen het hersenweefsel niet. Terugkerende aanvallen kunnen wel leiden tot littekens in het overeenkomstige relais in de hersenen.

Het biologisch conflict dat hoort bij epilepsie

Epilepsie behoort niet tot de constellaties in de hersenen, maar is een zinvol biologisch speciaalprogramma van de bezenuwing van de spieren. Het conflict gaat dus over een motorisch conflict van ‘vast te zitten of geboeid te zijn of angst te hebben om vast te zitten’. Of het conflict van zich niet te kunnen, willen of durven bewegen zoals verlamd zijn van angst of met stomheid geslagen zijn. Dit kan neerslaan op de schouder- of rugspieren wanneer je voor iets of iemand niet kan uitwijken. Wanneer de aanval betrekking heeft op de benen gaat het om het niet weten waar naartoe, niet weg kunnen, niet kunnen vluchten of niet kunnen volgen. Je bent letterlijk met stomheid geslagen. 

Epileptische aanvallen, dikwijls voorafgegaan door een gedeeltelijke verlamming, kunnen optreden bij ‘paralytische hondsdolheid’, zowel bij mensen als dieren. Dit wordt veroorzaakt door het motorisch conflict van vastzitten wat veroorzaakt wordt door een beet van een dier. Dieren die daardoor getroffen zijn, laten gewoonlijk een laaghangende kaak zien als gevolg van verlamming op de kaakspieren, en zijn niet in staat om hun rivaal te bijten. 

Dit is de CT-scan van een man met een voorgeschiedenis van gegeneraliseerde epileptische aanvallen. Deze vinden hun oorsprong in de linkerkant van de motorische cortex, precies vanuit het relais dat de linkerhand aanstuurt. Er is glia-opbouw te zien (het witte deel op de scan) en dit toont aan dat het individu zich reeds in de definitieve helingsfase bevindt. Het oedeem in het hersenmerg (de donkere ring) heeft dan weer betrekking op een eigenwaarde-inbreuk conflict.

Enkele voorbeelden uit het archief van Dr. Hamer

Een jongen wordt te vroeg geboren en is blind. Wanneer hij als baby de omgeving wil verkennen, stoot hij tegen alles en doet zich voortdurend pijn. Hij lijdt aan een motorisch conflict en krijgt telkens in de rustfase epileptische aanvallen. 

Een 30- jarige vrouw ervaart een motorisch conflict wanneer zij van een berg afglijdt en voelt dat dit te snel gaat. Zij komt in een beek terecht en breekt hierbij twee wervels. Na het ongeval gelooft zij dat ze verlamd is omdat ze zich kortstondig niet kan bewegen.  Hier speelt een motorisch conflict van ‘niet tijdig kunnen afremmen en niet kunnen bewegen’. Een paar dagen later heeft de patiënte een epileptische aanval met urineverlies en absence. Enkele uren voor de aanval moest ze erg huilen wat haar wel opluchtte. Na de aanval voelt zij zich vredig en helder. 

Een man twijfelt bij het beoefenen van bergbeklimmen of hij de top wel kan bereiken omdat hij de anderen nauwelijks kan volgen. Dit veroorzaakt een motorisch conflict van ‘niet mee te kunnen en niet snel genoeg kunnen meegaan’. Wanneer hij uiteindelijk toch de top bereikt, krijgt hij een epileptische aanval. Deze aanvallen herhalen zich telkens bij gelijksoortige situaties. Bij het stijgen is hij altijd conflictactief met een ongemerkte verzwakking of verlamming van de benen. Aan de top komt hij in de genezingsfase met een epileptische aanval tijdens het hoogtepunt of de epicrisis. 

Epilepsie is het hoogtepunt of de epicrisis tijdens de helingsfase van een motorisch conflict

Een epileptische aanval is eigenlijk een genezingsfase en gebeurt slechts tijdens een rusttoestand of in een fase van diepe ontspanning (vagotonie of de nachtfase). Men beleeft het conflict opnieuw in versneld tempo tijdens de genezingsfase. De getroffen spiergroep verwijst naar de conflictgeschiedenis. De aanname van de reguliere medische wetenschap dat hersenweefsel afsterft bij een epileptische aanval, klopt niet. 

Koortsstuipen met tonisch-klonische motorische stuip- en spiertrekkingen of spasmen van de armen en de benen samen met absence of bewustzijnsverlies en hoge koorts kunnen om twee redenen voorkomen: 

  1. Het hoogtepunt van de genezing (dit is de epileptische aanval) gaat gepaard met een helingsfase met hoge koorts, waarbij een keelontsteking optreedt zoals bij de ziekte van pfeiffer, een middenoorontsteking, bronchitis of een longontsteking. Het onbewuste koppelt de gerelateerde conflicten van deze aandoeningen met de conflictsituatie van ‘het vast komen te zitten’, met een duidelijke angstcomponent.
  2. Als de Hamerse haard of het hersenoedeem zich dicht bij de motorische cortex bevindt, bijvoorbeeld in de bronchiën of het strottenhoofd kan dit een epilepsie-aanval veroorzaken vanwege de druk op de motorische cortex. In dit geval wordt de hoge koorts veroorzaakt door het intense genezingsproces in het overeenkomstige orgaan. Het samenvallen met een conflictspoor veroorzaakt ogenblikkelijk een aanval van koortsstuipen met spiertrekkingen tot gevolg en een snelle stijging van de lichaamstemperatuur. 

Er is een onderscheid tussen korte koortsstuipen van 15 minuten en langere koortsstuipen of atypische koortsstuipen. Dit heeft te maken met de intensiteit van het/de overeenkomstige conflict(en). Net als een absence of een kort bewustzijnsverlies komen koortsstuipen veelvuldig voor bij kleine kinderen. Koortsstuipen bij pasgeborenen geven aan dat het conflict plaatsvond tijdens de bevalling of in de baarmoeder, zoals een scheidingsconflict, territoriumangst-conflict of schrik/ angstconflict. 

NOOT: conflictrecidieven kunnen terugkerende epileptische aanvallen veroorzaken, door op het spoor te trappen dat is ontstaan tijdens het motorisch conflict van vastzitten. De waarschuwingssignalen, zoals een epilepsie-aura, voorafgaand aan een aanval kunnen op hun beurt ook sporen vormen die vervolgens additionele aanvallen kunnen veroorzaken. Op dat moment is het oorspronkelijke conflict zelfs niet meer relevant.  

Het bewustzijnsverlies of absence tijdens een epileptische aanval toont aan dat het hoogtepunt of de epicrisis van de genezingsfase van het motorisch conflict samenvalt met de helingsfase van ernstige scheidingsconflicten in de sensorische, post-sensorische of pre-sensorische cortex. Dit gegeven genereert een absence tijdens het hoogtepunt of de epicrisis. Bij een ‘petit-mal’ duurt het bewustzijnsverlies slechts enkele seconden. 

Epilepsie bij kinderen

Epilepsie bij kinderen gaat vaak gepaard met absences. Er zijn 3 soorten absences met elk hun specifieke kenmerken. Meisjes hebben er vaker last van dan jongens. 

  1. Het kind staart recht voor zich uit. Het is soms een halve minuut volledig afwezig met kleine bewegingen of schokjes van lichaamsdelen. Dit heet een ‘typische absence’.
  2. Het kind is langere tijd afwezig en laat daarnaast kenmerken zien zoals wilde bewegingen of spierkrampen. De aanval begint langzaam en wordt vervolgens heftiger om dan weer langzaam te eindigen. Dat heet een ‘atypische absence’.
  3. Het kind is minder afwezig dan bij de twee voorgaande soorten. Maar er trekken zeer veel spieren samen in de benen, armen, schouders en ook in het gezicht. Dit kan soms zo heftig zijn dat het kind valt. Dit heet dan een ‘myoclonische absence’. 
  4. Tijdens de aanval trekt het kind met de mond en begint te kwijlen. Het kind is wel bij bewustzijn, maar is niet in staat om te praten. De aanval kan erger worden waarbij het kind niet reageert of zelfs een grote aanval krijgt. Dat heet dan een ‘rolandische epilepsie’ met alleen lichamelijke kenmerken. 

Deze scan is van een 8-jarig jongetje dat leed aan een motorisch conflict en een ernstig scheidingsconflict gerelateerd aan beide ouders, waarbij het botvlies betrokken is. De ouders van het jongetje waren op stap. Het jongetje keek samen met zijn 18-jarige neef naar een griezelfilm waarbij de kinderen tijdens hun slaap uit hun huis werden ontvoerd. 

Op deze scan zijn twee centrale conflicten duidelijk te zien die elkaar in beide hersenhelften overlappen. Dit wijst erop dat de conflicten evenveel gerelateerd zijn aan beide ouders. De onderste Hamerse haard bevindt zich in de post-sensorische cortex en is gekoppeld aan een ernstig scheidingsconflict. Dit als gevolg van de angst om van de ouders weggehaald te worden, zoals de kinderen in de griezelfilm. De bovenste Hamerse haard bevindt zich in de motorische cortex en is gekoppeld aan een motorisch conflict van vastzitten of niet kunnen ontsnappen. De gedeeltelijke oedemateuze ring (de donkere gebieden) wijzen op conflictrecidieven die terugkerende epileptische aanvallen met absences veroorzaken tijdens het hoogtepunt (of de epileptoïde crisis). 

Voorbeeld uit het archief van Dr. Hamer

Een kind merkt dat de arts dichterbij komt met een injectienaald voor vaccinatie. Het kind wil weglopen, maar de moeder houdt het kind stevig vast. Het kind ervaart dit als een aanval op zijn integriteit en kan niet weglopen waardoor er een ernstige inbreuk op de eigenwaarde ontstaat en het motorisch conflict van vastzitten. Het kind kan de naald niet afweren en ook zijn vrije wil wordt aangetast. Na een tijdje aanvaardt het kind deze schok met epilepsie-aanvallen in de genezingsfase (dit is de zogenaamde vaccinatieschade). In het onderbewustzijn van het kind worden sporen gevormd tijdens het motorisch vastzitten bij de vaccinatie. De man met de witte jas, de injectienaald, de geur van de ruimte kunnen sporen vormen die later het conflict weer doen recidiveren met telkens epilepsie in de genezingsfase. Naast het verliezen van het vertrouwen in de moeder, kan de moeder zelf ook een spoor worden, omdat zij het jonge kind vasthield. 

Opmerking

In onze reguliere geneeskunde wordt de opeenhoping van het neurogliaweefsel geïnterpreteerd als een hersentumor. Als het individu een epileptische aanval krijgt wordt deze ‘laesie’ gediagnosticeerd als aanvallen veroorzaakt door een hersentumor. Hersentumoren bestaan niet, het zijn Hamerse haarden, inslaggebieden van biologische conflicten. Een chirurgische verwijdering van een ‘epileptische haard of focus’ draagt een groot risico met zich mee van een onomkeerbare verlamming.

Een epileptische aanval kan overal in de motorische cortex voorkomen. Dit omvat het hersenrelais van de bronchiale spieren, strottenhoofdspieren of de hartspier of het myocard. Een epileptische aanval wordt daarom niet noodzakelijkerwijs voorafgegaan door zwakte of verlamming. 

Ervaring uit mijn praktijk

Ik had ooit een cliënt die onder epileptische aanvallen leed. Deze man die ik de fictieve naam Jan geef, zat enorm vast door tal van conflicten waardoor hij nooit iets kon doen wat hij eigenlijk heel graag wou doen en zijn vrije keuze werd hem ontnomen. Hij kon geen kant op en ontdekte dat in zijn bewustzijn vlak voor de epileptische aanval, een soort van sneeuwruis op zijn netvlies kwam, wat we vroeger ook bij storingen op de televisie zagen. Dit was een epilepsie-aura. Het beeld zorgde ervoor dat hij, wat hem pijn deed, niet meer kon zien en dit zorgde voor ontspanning. In deze ontspanning ontstond de epileptische aanval en dit epilepsie-aura werd een spoor. Jan ontdekte dat de lichtflitsen bij een discotheekbezoek de sneeuwruis op zijn ogen veroorzaakte en dankzij deze sneeuwruis kon hij ontspannen en trad de aanval op. Doordat hij vastzat in zijn geest begon hij op een gegeven moment zelf zeer snelle vingerbewegingen te maken voor zijn ogen terwijl hij naar de zon keek, om zo terug de roes van de sneeuwruis op zijn netvlies te veroorzaken en dit werd een verslaving en een vlucht voor de werkelijkheid. Het spoor was gelegd in zijn onbewuste waardoor hij epilepsie-aanvallen creëerde door met zijn op en neer bewegende handen lichtflitsen te maken terwijl hij in de zon keek. 

Enkele tips om epilepsie te voorkomen

Epilepsie kan ook veroorzaakt worden door bepaalde bijwerkingen van medicijnen en vaccins. Voordat je begint met het nemen van medicijnen is het altijd verstandig de bijsluiter te lezen en te bestuderen. Van veel medicijnen kan je nooit op voorhand zeggen hoe je lichaam zal reageren. Je kan ook nooit met zekerheid voorspellen of je lichaam niet overgevoelig zal reageren op een bepaald farmaceutisch medicijn. Als het lichaam deze medicijnen probeert te bestrijden, kunnen er extreme ontstekingsreacties ontstaan, wat op zijn beurt ook sporen naar epilepsie kan activeren. Deze bijwerkingen kunnen bij elke leeftijdsgroep ontstaan. Vooral bij medicijnen die je gebruikt tegen epilepsie en stuipen, is het toch beter om de bijsluiter eerst goed te lezen alvorens je deze inneemt. Bedenk dat er geen echte reden is om deze medicijnen te gebruiken. Het onderdrukken van symptomen verstoort de poging van het lichaam om zichzelf te genezen en maakt de toestand alleen maar erger. Als er allergische reacties optreden zoals uitslag, blaren, opvliegers of koorts, stop dan meteen met het gebruik en wacht niet op het advies van je dokter om te stoppen, want je leven kan in gevaar zijn. 

Naast medicijnen kunnen ook verslavingen aan alcohol en drugs een aanval uitlokken, omwille van hun ontspannend effect in de hersenen. Veel verslavingen zijn vaak het gevolg van het feit dat je individuele vrije keuze is afgenomen en hierdoor ontwikkel je motorische conflicten. De ontspanning door de verslaving lokt dan weer epilepsie uit. Uiteindelijk gaat het erom dat je je vrije wil opnieuw cultiveert zodat je je innerlijke kracht voor jezelf kan gebruiken om je levensdoel te bereiken. Je zal dan geen epilepsie-aanvallen meer hebben. 

Affirmaties die helpen: ‘ik kan alles doen wat ik wil’, ‘ik ben vrij’ en ‘ik kan alle beperkingen van mij afschudden’. 

Ook dansen, gymnastiek en yoga helpen om volop zelfvertrouwen op te bouwen. 

Het is belangrijk om het conflict te achterhalen en zo mogelijk op te lossen. Wanneer de aanvallen zich herhalen, is het belangrijk om naar conflictrecidieven te zoeken en de sporen zo goed mogelijk op te lossen. Dromen of herinneringen kunnen deze informatie bevatten. 

Middeltjes uit de natuur om epilepsie te verzachten zodat het definitieve (PCL b) genezingsproces zich toch kan voltrekken

Omega 3: in basisvorm, dus het alfa-linoleenzuur dat voorkomt in plantaardige oliën, zoals lijnzaad en hennepzaad. Ook veel groenten en zaden bevatten zeer kleine hoeveelheden basis omega 3. Omega 3 is gevoelig voor licht, warmte en zuurstof, dus best droog, donker en koel bewaren. Er staat op de website een uitgebreid artikel over de omega-vetzuren. Klik op publicaties en vervolgens op pijler voeding. Wel niet verdrijven met omega 3!

Verder zijn vitamine D, magnesium en vitamine A ondersteunend.

Enkele planten die ook een ondersteunende eigenschap hebben bij epilepsie:

  • Moringa poeder.
  • Red vine (EPS) en cranberry (EPS). Resveratol uit rode wijnstok en veenbessensap hebben een gunstig effect.
  • Zoethout heeft een beschermend effect in de hippocampus tegen glutamaat en beschermt het hersenweefsel tegen oxidatieve stress.
  • Valeriaan (Valeriana officinalis) en jatamansi (Nardostachys jatamansi). Vraag eerst advies aan de arts als je medicijnen inneemt tegen epilepsie.

Met dank aan Arjen Lievers https://www.germaansegeneeskunde.nl/index_ziekten_gnm/
Björn Eybl zielsoorzaken van ziekte ISBN: 978-3-85052-299-1
Dr. Geerd Ryke Hamer

Related Articles

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *